Download het competentieprofiel voor werkbegeleiders

9 downloads 146 Views 11MB Size Report
In dit proces heeft de werkbegeleider een belangrijke rol, waarbij de werkbegeleider ... Het uitgangspunt in de rol van opleider is dat de werkbegeleider een.
Competentieprofiel werkbegeleider Voor verzorgenden en verpleegkundigen

Ontwikkeld door: Hennie Verhagen (Evean) Joukje Stellingwerf (Puur Zuid) Maaike Hakvoort (ZGAO) Brenda van der Zaag (ROC TOP) Kim van Amsterdam (Sigra) Juni 2013

1. Inleiding Werkbegeleiding Opleiden in de praktijk heeft als doel de leerling/stagiaire, hierna te noemen student de nodige competenties bij te brengen. Studenten worden geholpen bij het aanleren van vaardigheden en het vormgeven van hun leerproces en beroepshouding. Aan het eind van een periode wordt vastgesteld of de geplande leerdoelen behaald zijn. In dit proces heeft de werkbegeleider een belangrijke rol, waarbij de werkbegeleider geconfronteerd wordt met de rollen van opleider, begeleider en beoordelaar. De opleider De opleider richt zich op (de randvoorwaarden voor) het bijbrengen van de nodige competenties. Het uitgangspunt in de rol van opleider is dat de werkbegeleider een substantiële bijdrage kan leveren aan het beroepsgericht opleiden van de student. De opleider schept leersituaties waarin de student haar leerdoelen kan behalen. De begeleider De begeleider richt zich op de student en haar opleidingsproces. Begeleiden is op hoofdlijnen een doelgerichte activiteit. Het begeleiden kan op verschillende manieren worden ingevuld. Aspecten van begeleiden zijn onder andere coachen, adviseren en motiveren. Iedere student is een individu met ervaringen en eigenschappen. De begeleider moet hierop inspelen, De persoonlijke ontwikkeling van de student staat centraal. Deze ontwikkeling hoort bij het verbeteren van het functioneren in de beroepspraktijk. De beoordelaar De beoordelaar richt zich op de waardering van het resultaat dat de student heeft behaald. De beoordelaar stelt met behulp van een beoordelingssysteem en op basis van in de voorafgaande periode behaalde resultaten vast: »» In welke mate een student voldoet aan de gestelde eisen. »» Wat de gevolgen zijn voor het verdere leerproces van de student.

-1-

2. Werkbegeleider in de beroepspraktijkvorming (BPV) Een werkbegeleider is de directe begeleider van de student in de beroepspraktijk. Zij oefent zelf het toekomstige beroep van de student uit en vormt voor haar de vakmatige spiegel. De werkbegeleider is werkzaam in een leerbedrijf dat erkend is als BPV-plaats voor de bepaalde opleiding en kwalificatie. Zij beschikt voor haar rol over begeleidingsvaardigheden. Zij ondersteunt, instrueert en coacht de student op de werkvloer en leidt de deelnemer zo naar een beheersing van de noodzakelijke beroepshandelingen op het gewenste resultaat.

3. Positie van de werkbegeleider in de BPV De werkbegeleider in de meest zuivere vorm is een medewerker als directe begeleider van de student op de werkvloer, ze werkt met de student samen, en kijkt over de schouder mee en stelt de vorderingen van de deelnemer vast.

-2-

4. Plaats van de werkbegeleider binnen de BPV

1. BPV-Coördinator

2. Praktijkopleider

Onderwijs organisatie, coördinatie en beleid vanuit de onderwijsinstelling

Organisatie, coördinatie en beleid vanuit het leerbedrijf

Deelnemer

3. BPV-begeleider in de onderwijsinstelling

4. Kwalificerend beoordelaar BPV

5. Werkbegeleider leerbedrijf

Rollen rondom de deelnemer in de BPV Geel: rollen vanuit onderwijsinstelling Grijs: rollen vanuit leerbedrijf Paars: rollen zowel vanuit leerbedrijf als onderwijsinstelling

5. De activiteiten van de werkbegeleider In de volgende paragrafen zijn de activiteiten van de werkbegeleider met de daarbij benodigde competenties nader uitgewerkt.

-3-

Introduceert de student op de werkplek

Dit houdt in: » ontvangt de student op de werkplek; » geeft relevante informatie over de organisatie, de werkeenheid en de werkzaamheden; » introduceert de student bij medewerkers van de werkplek waarmee zij direct of indirect te maken heeft.

-4-

Helpt de student bij het op- en bijstellen van zijn leerplan en planning voor de duur van de stage of praktijkleerperiode Dit houdt in: » informeert de student over de kennis en vaardigheden die de werkplek biedt; » gaat in overleg met de praktijkopleider bij de student na welke competenties al zijn behaald en waaraan zij tijdens de leerperiode/stage gaat werken; » weet wie er betrokken zijn bij de begeleiding van de student; » helpt de student om haalbare en toetsbare opdrachten te formuleren die leiden naar het verwerven van de gekozen competenties; » formuleert samen met de student welk concreet gedrag zij moet vertonen om competent bevonden te worden; » doet voorstellen ter verbetering van het leerproces; » zorgt voor verschillende mogelijkheden in leersituaties binnen de eigen werkplek/werkeenheid; » maakt in overleg met de praktijkopleider met de student afspraken wat er in de komende leerperiode geleerd gaat worden. -5-

Draagt vakkennis en vaardigheden over

Dit houdt in: » demonstreert of instrueert afhankelijk van de leerstijl van de student; » maakt werkafspraken; » bevordert de voortgang van het werk door voorzorgsmaatregelen te treffen of tijdig in te grijpen bij mogelijke verstoringen.

-6-

Draagt bij aan een passend leerklimaat voor de student in de BPV

Dit houdt in: » ondersteuning bieden bij het structureren van het leerproces van de student; » geregeld feedback geven op de uitgevoerde werkzaamheden; » oplossingsgericht reageren in nieuwe of onbekende situaties; » bevordert het vertrouwen van de student ten aanzien van de werkplek; » geeft aandacht aan emoties die bij de student leven; » biedt de student de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de structurering en inhoud van zijn leerproces.

-7-

Geeft inzicht in hoeverre de deelnemer de gewenste competenties beheerst

Dit houdt in: » verzamelt zo objectief mogelijk informatie over het functioneren van de student bij verschillende collega’s en andere opleiders; » stelt de kwaliteit vast van de werkzaamheden die de student uitgevoerd heeft; » toetst (samen met praktijkopleider) of de resultaten aansluiten bij het opgestelde leerplan en tijdschema; » toetst en legt waar nodig schriftelijk vast in hoeverre de student het gedrag vertoond dat in zijn plan staat beschreven en aansluit bij het leerjaar; » signaleert en bespreekt mogelijkheden en eventuele knelpunten in het leerproces; » formuleert consequenties van de behaalde resultaten voor het leerproces van de student; » benoemd de behaalde leerdoelen en nog te behalen leerdoelen, zodat de student hierop zijn vervolg kan baseren in relatie tot haar BPV opdrachten. -8-

Zet de student aan tot zelfontplooiing

Dit houdt in: » inspireert de student; » koppelt leerdoelen/ BPV opdrachten van de student aan de werksituatie; » organiseert, signaleert en stemt leeractiviteiten af op het leerproces en / of leerjaar van de student; » stemt de vorm van begeleiden en de stijl af op de leerstijl en de mate van zelfsturing van de student; » geeft feedback op de uitvoering van de handelingen; » stimuleert de student tot reflectie.

-9-

Optimaliseert de randvoorwaarden waarbinnen de student leert

Dit houdt in: » is alert op beschikbare tijd, middelen en ruimte om te kunnen leren; » informeert betrokkenen bij het opleidingsproces; » regelt dat de student bij een andere werkbegeleider terecht kan bij afwezigheid van de vaste werkbegeleider; » maakt samen met student zo nodig een planning voor de opdrachten; » spreekt af voor welke zaken de student bij wie kan aankloppen, en laat de student dit vastleggen.

- 10 -

Werkt aan eigen begeleidingsvaardigheden.

Dit houdt in: » houdt zich op de hoogte van nieuwe inzichten over begeleiden, opleiden en beoordelen; » vraagt om feedback over haar functioneren als werkbegeleider en geeft andere werkbegeleiders feedback; » neemt deel aan de aangeboden scholing met betrekking tot werkbegeleiding; » legt studenten en collega’s de visie uit van het leerbedrijf op opleiden/ begeleiden van studenten in de praktijk.

- 11 -

Benodigde competenties:

Samenvatting van de genoemde competenties tijdens de expertmeeting. »» »» »» »» »» »» »» »» »» »» »»

Sociaal vaardig Communicatief vaardig Kunnen reflecteren Relationele sensitief Objectief Methodisch Coachingsgericht Leergierig Leervoorwaarden kunnen creëren Zelfsturende vermogen bevorderen Begeleiden en beoordelen van een student

»» »» »» »» »» »» »» »» »» »»

Samenwerken Zorg dragen voor kwaliteit Kunnen inspireren en motiveren Betrokken Vertrouwen Geduld Interesse Duidelijkheid Demonstreren van vaardigheden Grenzen aangeven

Wat hebben de werkbegeleiders nodig en wat zijn hun wensen: »» één keer per week op dezelfde afdeling werken als de student; »» één keer per week voortgangsgesprek met de student, te besteden tijd hiervoor 1 uur; »» tijd om met de student te kunnen zitten. Er moet dan voldoende personeel zijn om het werk op de afdeling door te laten gaan; »» rustige ruimte om gesprek te voeren; »» werkbegeleiders training, opfriscursus en bijscholingen; »» vaardigheden hebben en laten zien zoals vertrouwen, geduld, betrokkenheid, interesse, duidelijkheid, vaardigheden en grenzen aangeven; »» een goed leerklimaat; »» begeleiden van studenten is een vast onderdeel van het teamoverleg; »» de werkbegeleider heeft tenminste hetzelfde niveau als de student; »» pas gediplomeerden mogen ook begeleiden, bij voorkeur samen met een ervaren begeleider als coach; »» in het te voeren scholingsprogramma is (bij)scholing voor de werkbegeleiders opgenomen; »» goede opvang en begeleiding, zeker gedurende de eerste weken als de student op de afdeling is; »» middelen en ruimte krijgen van de organisatie. »» risico (door kleinschalig wonen kan de begeleiding onder druk komen te staan); »» de student heeft een vaste begeleider nodig; - 12 -

»» de begeleider heeft voldoende beheersing van de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk; »» kennis hebben van de verschillende leerstijlen; »» vakbekwaam en theoretisch onderlegd zijn; »» is op de hoogte van ontwikkelingen en veranderingen t.a.v. opleiden; »» contract waarin wordt vastgelegd dat de werkbegeleider en student tenminste 4 diensten per maand samen werken; »» leerklimaat: managers, leidinggevenden en praktijkopleider bespreken gestructureerd de begeleiding van de studenten; »» erkenning van de vaardigheden die je hebt als werkbegeleider; »» praktijkopleider is regelmatig zichtbaar op de afdeling; »» contant momenten werkbegeleider, student en praktijkopleider één keer per 4 á 6 weken; »» vaste contact momenten met opleidingsinstituut (school); »» de student wordt begeleid door een (gediplomeerde) verpleegkundige, verzorgende of helpende die minimaal hetzelfde niveau heeft als de opleiding die de student volgt.

Bronvermelding Dit competentieprofiel is tot stand gekomen door gebruik te maken van;

»» servicedocument “profiel werkbegleider in het leerbedrijf”; maart 2011 Calibris en MBO raad; »» expertmeeting werkbegleiders zorginstellingen die zijn aangesloten bij de SIGRA; oktober 2012. Colofon Het competentieprofiel werkbegeleiding is een uitgave van SIGRA (Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam). SIGRA wil bijdragen aan de samenhang, kwaliteit en efficiëntie van de zorgverlening in de regio Groot Amsterdam. Redactieadres: Maassluisstraat 574A 1062 GZ Amsterdam Tel: 020 5128888 E-mail: [email protected] Website: wwwsigra.nl

- 13 -

Competentieprofiel werkbegeleider

- 14 -