Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen - ITNA

313 downloads 132 Views 333KB Size Report
De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA) werd ontwikkeld door de talencentra van vier Vlaamse Universiteiten: •. Het Interfacultair ...
Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen – B2

Infodossier Inhoud

Testprincipes

2

Testonderdelen

2

Testdata en -plaats

3

Resultaten

3

Certificering

4

Herkansing

4

Inschrijvingsprocedure

4

Annuleringsvoorwaarden

4

Toetsvoorbeelden

5

Computertest

5

Spreekexamen

5

Niveau Europees Referentiekader

7

Infodossier Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen

2

Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA) werd ontwikkeld door de talencentra van vier Vlaamse Universiteiten:  Het Interfacultair Instituut voor Levende Talen van de KU Leuven  Linguapolis, het Instituut voor Taal en Communicatie van de Universiteit Antwerpen  Het Talencentrum van de KU Leuven - campus Brussel  Het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de Universiteit Gent  Het Academisch Centrum voor Taalonderwijs (ACTO) van de Vrije Universiteit Brussel

Testprincipes De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA) is een taalvaardigheidstoets. Deze test meet geen academische vaardigheden en wil ook geen vakkennis toetsen. De toets meet geen attitudes (bv. motivatie) of aptitude (taalaanleg) en wil geen voorspelling van studieresultaten op universitair niveau doen. De test probeert cultuur- en waardenfair te zijn. De items van de test zijn gebaseerd op algemene en populairwetenschappelijke thema’s uit kranten (De Morgen, De Standaard, …) en tijdschriften (Knack, Eos, …). De items voor de schriftelijke component zijn gesloten (er is in de meeste gevallen maar één goed antwoord). De testinhouden zijn verschillend op de verschillende testdata en in de verschillende taaltestcentra. Een test afgelegd in één testcentrum, geldt als deelname voor alle testcentra. De ITNA wordt ook afgelegd als eindtest niveau 5 bij de talencentra van de Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, de KU Leuven en KU Leuven – campus Brussel. In dit infodossier zijn toetsvoorbeelden opgenomen. De testcentra geven geen bijkomende informatie over de testinhoud. Er zijn geen cursussen of studieboeken die specifiek op de test voorbereiden.

Testonderdelen De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen start met een computertest. Indien de kandidaat voldoende hiervoor scoort, neemt hij/zij deel aan een spreekexamen dat uit twee spreekopdrachten bestaat. Het examencentrum meldt het eindresultaat van de ITNA B2-test aan de kandidaat. Een kandidaat die minimaal ‘goed’ scoort op elk onderdeel en ‘zeer goed’ in het totaal, wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een extra schrijfopdracht op C1-niveau en kan zo een C1-certificaat behalen. (Verdere informatie vindt u in het infodossier van de C1-test).

Infodossier Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen

3

De computertest bestaat uit drie componenten: ‘taal in gebruik, ‘lezen’ en ‘luisteren’ met verschillende soorten vragen:

Het mondelinge deel bestaat uit twee onderdelen: een presentatie en een argumentatie.

Testdata en -plaats De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen kan worden afgelegd in een van de taaltestcentra en op verschillende data, vastgelegd door de taaltestcentra: KU Leuven: http://ilt.kuleuven.be/itna KU Leuven – campus Brussel: http://talencentrum.hubrussel.be/ Universiteit Antwerpen: http://www.linguapolis.be/itna Universiteit Gent: http://www.uct.ugent.be/subExtra_TaaltestsBuitenlandseOverzicht.php De test kan ook op afspraak worden afgelegd. De taaltestcentra garanderen hiervoor een afname binnen de twee weken. Voor een test op afspraak geldt een aangepast tarief.

Resultaten Na de schriftelijke test meldt het taaltestcentrum aan elke individuele kandidaat of hij/zij voldoende heeft gescoord en dus mag deelnemen aan de mondelinge test. Het testcentrum meldt het eindresultaat aan de kandidaten uiterlijk 1 week na de mondelinge test of de C1schrijfopdracht.

Infodossier Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen

4

Certificering Wie slaagt, krijgt een certificaat dat bewijst dat hij/zij beantwoordt aan de toelatingsvoorwaarde Nederlands van de KU Leuven, Associatie Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen. Deze toelatingsvoorwaarde is, voor de meeste departementen, vastgelegd op niveau B2 van het Europees Referentiekader. Op de bijlage bij het certificaat staan de resultaten van de test vermeld voor de testonderdelen. De resultaten worden uitgedrukt in ‘zeer goed’, ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ en ‘zwaar onvoldoende’.

Herkansing Wie niet slaagt, kan driemaal herkansen binnen een periode van 12 maanden in één van de testcentra. Deelname aan de ITNA als eindtest niveau 5 telt uiteraard als één van de vier toegestane testdeelnames per jaar. Voor herkansingen geldt dat de kandidaat de computertest opnieuw moet afleggen. De kandidaat-student respecteert hierbij een tussenperiode van minimum 2 weken tussen twee afnames. Het inschrijvingsgeld is hetzelfde voor elke testafname.

Inschrijvingsprocedure Een kandidaat is pas definitief ingeschreven voor de test als hij/zij zich heeft aangemeld en het individuele inschrijvingsgeld van € 75 heeft betaald voor een deelname op een standaard afnamemoment of € 150 voor een test op afspraak. Zodra de betaling ontvangen is, ontvangt de kandidaat een inschrijvings- en betalingsbewijs.

Annuleringsvoorwaarden KU Leuven – campus Brussel, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent    

Een kandidaat kan zijn inschrijving enkel schriftelijk wijzigen of annuleren (per gewone of aangetekende brief, per fax of per e-mail) bij het taaltestcentrum waar hij zich aanmeldde. Een kandidaat kan zijn deelname aan de test enkel tijdens de inschrijvingsperiode annuleren. Deze periode verschilt per taaltestcentrum en wordt meegedeeld op de websites van de verschillende centra. Bij annulering van de ITNA-deelname tot de uiterste inschrijvingsdatum dient de kandidaat als vergoeding voor administratiekosten een bedrag van 25 euro te betalen. Bij annulering na de uiterste inschrijvingsdatum blijft het volledige inschrijvingsgeld verschuldigd. Onder annulering wordt verstaan: het afmelden en/of niet verschijnen op de ITNA-testafname om welke reden dan ook, behoudens gevallen van bewezen overmacht.

KU Leuven 

De annuleringsvoorwaarden voor de KU Leuven vindt u op deze webpagina: http://www.dml.kuleuven.be/lll/permanentevorming/verkoop

Infodossier Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen

TOETSVOORBEELDEN Computertest Een voorbeeld van de computertest, vindt u in dit filmpje: Toetsvoorbeelden.

Spreekexamen Het spreekexamen bestaat uit twee taken: een argumentatie en een presentatie. U bereidt beide taken samen voor. Daarbij kunt u notities nemen maar u mag alleen enkele kernwoorden noteren. U schrijft dus niet een volledige tekst uit om achteraf voor te lezen. Na de voorbereiding voert u de spreekopdrachten uit bij de examinator, die u ook een aantal extra vragen zal stellen waarop u spontaan antwoordt. De spreekopdrachten worden beoordeeld op structuur en coherentie, (variatie in) woordenschat, grammaticale correctheid, uitspraak en intonatie. Voorbeelden van spreekopdrachten 1. Presentatie U krijgt informatie over een bepaald thema, bijvoorbeeld over een onderzoek naar Vlamingen en hun baan. Waarom werken zij? Tot welke leeftijd willen zij blijven werken? Hoe combineren zij werk en gezin? Hoe vaak veranderen zij van werk? De informatie wordt u aangeboden in de vorm van schema’s, grafieken of tabellen. Voor dit voorbeeld zou u o.a. de volgende grafieken kunnen krijgen:

U geeft met de inhoud die u gekregen hebt en eventueel met wat u zelf over het thema wenst aan te vullen, een korte, goed gestructureerde presentatie. U legt eerst uit wat het onderwerp is van uw uiteenzetting, u formuleert de belangrijkste gegevens en u rondt de presentatie ook duidelijk af met een conclusie. Besteed aandacht aan verbanden en aan de gepaste woordkeus. Zorg ervoor dat de toehoorder goed begrijpt wat u bedoelt en ook dat uw presentatie aangenaam is om naar te luisteren. Uw presentatie duurt een drietal minuten.

5

Infodossier Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen

6

2. Argumentatie U krijgt twee stellingen waarvan u er één moet kiezen, bijvoorbeeld “Fietshelmen zouden in België verplicht moeten worden, zowel voor volwassenen als voor kinderen.” U bedenkt minimaal drie argumenten, voor of tegen deze stelling. Met de argumenten bouwt u een goed gestructureerd betoog op. U legt eerst duidelijk uit wat de stelling inhoudt en dan formuleert u uw standpunt. U gebruikt daarbij de argumenten die u hebt voorbereid om de toehoorder te overtuigen. Zorg voor de juiste verbanden (oorzaak, gevolg, tegenstelling, …) en een gevarieerde woordenschat (gebruik niet altijd dezelfde woorden!). Laat horen hoe goed u Nederlands spreekt. De argumentatie is uiteraard fictief, dat wil zeggen dat u het niet écht eens of oneens hoeft te zijn met de stelling. U mag als het ware een rol spelen. De bedoeling van de opdracht is u een onderwerp te geven waarover u gedurende twee à drie minuten vlot en op een samenhangende manier kunt spreken. Het is dus niet belangrijk of u al dan niet uw eigen mening geeft.

Infodossier Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen

7

ITNA – B2 NIVEAU EUROPEES REFERENTIEKADER ALGEMENE MONDELINGE INTERACTIE Kan de taal vloeiend, nauwkeurig en doeltreffend gebruiken over een breed scala van algemene, onderwijs-, beroeps- of ontspanningsonderwerpen en daarbij helder de verhoudingen tussen ideeën aanduiden. Kan spontaan communiceren met een goede beheersing van de grammatica zonder veel tekenen dat hij of zij zich moet beperken in wat hij of zij wil zeggen, en kiest daarbij een mate van formaliteit die in de omstandigheden gepast is. (B2+) FONOLOGISCHE BEHEERSING Heeft een heldere, natuurlijke uitspraak en intonatie verworven. (B2) ALGEMENE LUISTERVAARDIGHEID Kan gesproken standaardtaal verstaan, hetzij in direct contact, hetzij via de media, over vertrouwde en nietvertrouwde onderwerpen die gewoonlijk worden aangetroffen in het persoonlijke, sociale, academische of professionele leven. Alleen extreem achtergrondgeluid, onvoldoende structuur in het betoog en/of idiomatisch taalgebruik ondermijnen het begrip van het gesprokene. (B2+) ALGEMENE LEESVAARDIGHEID EN ORIËNTEREND LEZEN Kan in hoge mate zelfstandig lezen, past zijn of haar leesstijl en -snelheid aan verschillende teksten en doeleinden aan, en maakt selectief gebruik van toepasselijke naslagwerken. Beschikt over een grote actieve leeswoordenschat, maar kan enige moeite hebben met weinig voorkomende idiomatische uitdrukkingen. (B2) Kan snel lange, complexe teksten doorlezen en de relevante details vinden. Kan snel de inhoud en relevantie herkennen van nieuwsberichten, artikelen en verslagen over uiteenlopende professionele onderwerpen en dan beslissen of nadere bestudering de moeite waard is. (B2 = C1) BEREIK EN BEHEERSING VAN DE WOORDENSCHAT Beschikt over een goede woordenschat voor zaken die verband houden met zijn of haar vakgebied en de meeste algemene onderwerpen. Kan variatie aanbrengen in formuleringen om te veel herhaling te voorkomen,al kunnen hiaten in de woordenschat nog wel tot aarzeling en omschrijving leiden. (B2) Trefzekerheid in woordkeuze is over het algemeen hoog, al komen enige verwarring en onjuist woordgebruik wel voor zonder de communicatie in de weg te staan. (B2) GRAMMATICALE CORRECTHEID Goede beheersing van de grammatica; incidentele vergissingen, niet-stelselmatige fouten en kleine onvolkomenheden in de zinsstructuur kunnen nog voorkomen maar zijn zeldzaam en worden meestal achteraf verbeterd. (B2+) ORTHOGRAFISCHE BEHEERSING De spelling is correct, afgezien van een enkele verschrijving. (C1) (bron: http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/)