12 juni 2012 ... werkgroep is dit afdelingsplan geschreven. Het rendement van de havo afdeling
ligt reeds een aantal jaar onder het gemiddelde van landelijk.
Rendement, kwaliteit en didactiek
Afdelingsplan HAVO 2011-2014/2016 Aloysius College, september 2011
1. Inleiding In schooljaar 2010-2011 is een werkgroep gestart met het bestuderen van het lage rendement in de havo en het formuleren van mogelijke oplossingen. In het licht van een eerste verkenning van de werkgroep is dit afdelingsplan geschreven. Het rendement van de havo afdeling ligt reeds een aantal jaar onder het gemiddelde van landelijk vergelijkbare scholen. De oorzaak hiervan is lastig te duiden. Niveau van de leerlingen (CITO-score), manier van lesgeven (HAVO-didactiek) en vakspecifieke problemen (percentage onvoldoendes) zijn grootheden die inzicht verschaffen. Doel van dit afdelingsplan is om het rendement te verbeteren om te voorkomen dat bij een bezoek van de Onderwijsinspectie het predicaat „zwak‟ wordt toegekend aan de HAVO-afdeling van het Aloysius College. Streefgetal is 80% doorstroom per afdeling, te bereiken in drie jaar, 90% doorstroom in vijf jaar. Het afdelingsplan bestaat uit de volgende delen:
Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................................................ 1 2. Terugblik schooljaar 2010-2011 .............................................................................................. 2 a. Doorstroomgetallen ............................................................................................................ 2 b. Verdeling van CITO-score over de jaarlagen ........................................................................ 3 c. Gemiddelden en aantal onvoldoendes per vak ...................................................................... 7 d. Conclusies .......................................................................................................................... 7 e. Aanbevelingen ................................................................................................................... 7 3. Plannen voor schooljaar 2011-2012 ......................................................................................... 9 a. Duo-mentoraat ................................................................................................................... 9 b. Aandacht voor onvoldoendes .............................................................................................. 9 c. Bovenbouw buddy .............................................................................................................. 9 d. Collegiale lesbezoeken .......................................................................................................10 e. Periodieke klassenbezoeken ...............................................................................................10 f. Introductieactiviteiten, vervolg ...........................................................................................10 4. Plannen voor de toekomst .....................................................................................................11 I. Voorstel HAVO-didactiek ........................................................................................................12 A Wat onthouden mensen? ...................................................................................................14 B Leerstijlen volgens Kolb .....................................................................................................14 C Instructievormen ...............................................................................................................15 D Gespreksvormen ...............................................................................................................16 E Het onderwijsleergesprek ...................................................................................................16 F Opdrachten .......................................................................................................................17 G Spelvormen .......................................................................................................................18 II. Activiteitenoverzicht HAVO 2011/2012 ....................................................................................19 III. Jaarplan Havo 2010-2011 – Duindagen Aloysius College – 17 en 18 augustus 2010 ..................20
1
2. Terugblik schooljaar 2010-2011 In het afdelingsplan 2010-2011 lag de nadruk op Vermindering van geoorloofde en ongeoorloofde absenties. Door organisatorische en personele problemen heeft dit speerpunt niet voldoende aandacht gehad. Cijfermateriaal om deze subjectieve weergave te objectiveren is niet voor handen aangezien het administratieprogramma deze niet vrijgeeft ten tijde van het opstellen van dit document. Ervaringsfeit is dat veel leerlingen lessen hebben gemist en hier onvoldoende op zijn aangesproken waardoor het absentiegetal zeker niet duidelijk is afgenomen in vergelijking met andere jaren. De interventie „Presentiebonus‟ heeft niet het effect gehad dat leerlingen meer in de les waren, maar vooral dat leerlingen beter gedocumenteerd afwezig waren. Derhalve heeft deze maatregel niet het gewenste effect gesorteerd. Het tweede speerpunt, verhoging van het slagingspercentage, is ook niet gehaald. De getallen hieronder laten dat overduidelijk zien. Al met al is de conclusie dat de HAVO leerlingen lang niet allemaal voldoende onderwijstijd genieten en dat de totale groep niet voldoende resultaat behaald. a. Doorstroomgetallen Het achterblijvende rendement blijkt heel duidelijk uit de doorstroomgetallen van schooljaar 20102011. Een beperkt aantal leerlingen blijkt in staat te zijn om over te gaan naar het volgende leerjaar binnen de HAVO-afdeling (tabel 1). Tabel 1: Resultaat van schooljaar 2010-2011 in procenten.
2010-2011
2011-2012 2H 3H 4H
2H
3M
3H
3V
15
15
68
1
20
4M 25
4H 52
4V 1
9
5H
MBO
5H
5V
Dipl.
Pos.
1
69
2
53
16
75
1
23
75 76
76
De laatste kolom (met de titel „Pos.‟) geeft het percentage aan van leerlingen dat het schooljaar 2010-2011 met positief resultaat heeft afgesloten.
Dit beeld verschilt niet veel met voorafgaande jaren waarbij het Aloysius College vrijwel structureel lager scoort dan andere, vergelijkbare scholen (tabel 2). Deze gegevens laten zien dat leerlingen in de HAVO-afdeling of vertraging oplopen, af- of uitstromen.
2
Tabel 2: Percentage doorstroom vergeleken met landelijk vergelijkbare scholen (Bron: Onderwijsinspectie). 2001 2H
AC
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
73
65
83
78
81
74
70
78
71
69 53
NL 3H 4H 5H
AC
65
74
48
52
50
68
66
60
61
69
NL
76
78
80
81
83
83
83
84
83
81
AC
67
82
67
81
87
83
79
86
80
82
NL
74
75
77
81
85
84
86
86
85
83
AC
87
90
79
89
80
79
78
76
76
74
NL
85
86
88
87
86
84
83
85
81
82
75 76
Landelijk zijn er geen gegevens voor het tweede leerjaar aangezien de Onderwijsinspectie in haar gegevens uitgaat van een tweejarige brugperiode. Over schooljaar 2010-2011 zijn nog geen examenresultaten bekend van andere, vergelijkbare scholen. Dikgedrukt en onderstreept de resultaten die hoger lagen vergeleken met andere, vergelijkbare scholen.
b. Verdeling van CITO-score over de jaarlagen De leerlingen in de havo afdeling hebben van de basisschool een plaatsingsadvies gekregen aan de hand van hun CITO-score in groep 8 waarmee zij in het brugklasjaar gestart zijn een gecombineerde klas (mavo/havo of havo/vwo). Aan het einde van het eerste schooljaar plaatst de rapportvergadering de leerlingen in een bepaalde jaarlaag. Deze plaatsing komt voort uit in het eerste schooljaar behaalde cijfers en deze kan afwijken van wat de eerdere CITO-score aangaf. Frappant is te zien dat in de havo afdeling van het Aloysius College een groot deel van de leerlingen een CITO-score lager dan 537 (ondergrens HAVO) heeft. In figuur 1 is te zien hoe de verdeling van CITO-scores is. Voor de duidelijkheid is een overzicht bijgevoegd van de verschillende niveaus en de daarbij behorende CITO-scores (tabel 3).
Tabel 3: Overzicht van CITO-score en onderwijsniveau. CITO-scores
Onderwijsniveau
501 – 522
Basisberoepsgerichte leerweg
522 – 527
Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg
524 – 528
Kaderberoepsgerichte leerweg
528 – 532
Kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde/theoretische leerweg
Naast de constatering dat een groot deel van de leerlingen een CITO-score heeft lager dan 537 is te zien dat de spreiding bijzonder groot is. Voor het rendement is van belang dat de leerlingen die een lagere CITO-score hebben niet meer vertragen dan de leerlingen die een hogere CITO-score hebben.
Verdeling van CITO-score over de verschillende jaarlagen 550
CITO-score
545 540 535 530 525 520 2H
3H
4H
5H
Jaarlagen Figuur 1: Verdeling van CITO-score over de verschillende jaarlagen. Bij een aantal leerlingen was geen CITO-score bekend en deze zijn in deze figuur buiten beschouwing gelaten; 2H n=70, 3H n=49, 4H n=70, 5H n=52.
Om dit in beeld te brengen is gekeken hoeveel leerlingen aan het eind van schooljaar 2010-2011 een overgangsrapport hadden en met welke CITO-score zij in klas 1 begonnen zijn (tabel 4). De score van 533 is hierbij als uitgangspunt genomen aangezien dit volgend CITO de laagste score is waarbij het advies HAVO nog van toepassing is. Opvallende getallen zijn hierbij dat in de onderbouw de leerlingen met een hogere CITO-score succesvoller zijn dan de leerlingen met een lagere CITO-score. Hierbij moet wel aangetekend worden dat of een leerling reeds een keer gedoubleerd is geweest buiten beschouwing is gelaten. Verder is te zien dat in aanvulling op de getallen van figuur 1 in het tweede, derde en vierde leerjaar overwegend meer leerlingen zitten met een CITO-score van boven de 533. In het examenjaar is dit anders. Dit zou te maken kunnen hebben met een relatief groot aantal leerlingen dat na het behalen van een MAVOdiploma is doorgestroomd naar de HAVO-afdeling. Ook is te zien dat een hoge CITO-score lang niet altijd samenvalt met promoveren. Zie bijvoorbeeld de getallen bij 3-HAVO: 67% van de leerlingen waarbij bekend was dat de CITO-score hoger of gelijk was aan 533 doubleert of valt in de bespreekmarge. Tabel 4 laat voorts zien dat 71% van alle leerlingen waarvan deze bekend was een CITO-score had van 533 of hoger. Bij dit getal moet wel aangetekend worden dat het hier om de ondergrens gaat van het advies MAVO/HAVO en dat wanneer gekeken wordt naar de ondergrens van het advies HAVO (CITO 537 of hoger) het om aanzienlijk minder leerlingen gaat, namelijk 44% van de leerlingen. Het aantal leerlingen dat aan het interval voldoet van een CITO-score van 537 tot en met 540 ligt op 19%. 4